De meeste leerlingen uit de derde graad kennen haar waarschijnlijk al:
Siska Verhas uit 6 LAWI A, zowat het muzikale wonderkind van onze school. Met een deelname aan Eurosong in 2009 (onder de naam Kiviv) en verschillende belangrijke viool- en cellowedstrijden op haar palmares, wist ze onlangs nog koning Filip voor zich te winnen. Op 9 september hadden Siska en haar zus Mona namelijk de eer in de Vooruit te Gent een concerto te mogen spelen voor hem. Iets wat je niet elke dag doet!
Y’All zocht Siska op en stelde haar enkele vragen.
Y’All: Blijkbaar speel je al lang viool en cello. Maar hoe ben je eigenlijk met muziek in contact gekomen?
Siska: Mijn mama is pianolerares dus ik ben echt wel thuis met muziek opgegroeid. Mijn ouders hebben mijn zus en mij ook altijd gestimuleerd om zelf een instrument te spelen en veel met muziek bezig te zijn. Toen ik drie was, ben ik begonnen met viool en pas zeven jaar later met cello. Ik droomde er al lang van om ook cello te kunnen spelen want altijd als ik op vioolkamp ging, speelde ik op de cello van mijn vriendin.
Y’All: Hoeveel uur per dag oefen je dan?
Siska: Ik probeer elke dag ongeveer twee uur te oefenen: een uur op mijn cello en een uur op mijn viool, maar dat lukt niet altijd even goed. (lacht)
Y’All: Was het de eerste keer dat je voor zo’n belangrijk iemand als de koning mocht spelen of had je dit al eerder gedaan?
Siska: Nee, dat was niet de eerste keer voor mij. Ik heb al eens eerder voor de koninklijke familie mogen spelen, maar toen was Albert II nog koning. Ik was toen nog geen 6 jaar. Het concert ging door in het paleis. Ik kan me nog herinneren dat ik in groep en ook alleen moest spelen.
Y’All: Was je zenuwachtig?
Siska: Nee, helemaal niet. Ik ben eigenlijk nooit echt zenuwachtig als ik een concert moet spelen.
Y’All: Heb je met de koning gesproken?
Siska: Ja, maar hij heeft niet zoveel gezegd; hij heeft Mona en mij gefeliciteerd en zei dat hij erg genoten had van ons optreden.
We hebben wel wat langer met Mathilde gesproken. Zij is echt lief! Ze vertelde dat haar dochtertje Eleonore ook viool speelt.
Y’All: Welk(e) stuk(ken) hebben jullie gespeeld?
Siska: We hebben één lang stuk gespeeld: Passacaglia van Handel-Halvorsen.
Y’All: Staan er nog concerten op je agenda?
Siska: Niet echt, volgende week speel ik nog op het klasconcert van de muziekschool, maar dat is het dan ook. (lacht) Mona daarentegen vertrekt binnenkort naar Londen voor een wedstrijd.
Y’All: Heb je nog tips voor beginnende violisten (en cellisten)?
Siska:Vooral veel oefenen en ook proberen dat dagelijks te doen.
Bedankt voor je tijd, Siska! Y’All wenst je nog veel succes bij je toekomstige concerten!
Op 19 november was Y’All getuige van het exclusieve toonmoment van de Vrije Ruimte Balansen. De leerlingen zetten in kleine groepjes korte, prachtige optredens neer. Maar wie neemt de leiding over die liftende, balancerende en flexibele zesdes? Y’All strikte mevrouw De Saedeleer voor een interview over het reilen en zeilen van de Vrije Ruimte en deed een video-interview met Guillaume Castermans (6EcWi).
Y’All: Is er een minimum aan ervaring vereist om bij de Vrije Ruimte Balansen te kunnen komen?
Mevr. De Saedeleer: Ja ik kijk daar wel naar en voor leerlingen aan wie ik nog geen LO gegeven heb, vraag ik raad aan de andere leerkracht LO, mevrouw De Landsheer. Zij weet ook wat de balansen inhouden en dan vertrouw ik op haar oordeel. Als zij zegt: “Oei, oei dat gaat niet gaan”, dan laat ik die leerling ook niet toe, want je moet natuurlijk wel een aantal dingen kunnen. Iemand die zo houterig is als wat, of die eigenlijk qua bewegen nogal zwak is, die kan ik moeilijk in de groep zetten. Bij Piramides, Vrije Ruimte voor 5e jaar, ligt dat een beetje anders omdat ik daar iemand een rol kan geven die wat minder uitgesproken is. Bij balansen kan ik niet zomaar iemand wegcijferen. Iedereen komt aan bod en er zitten sowieso verschillen in de groep, dat maakt het boeiend. Je moet natuurlijk echt wel iets kunnen en de fysieke mogelijkheden hebben om deel uit te maken van de balansen.
Y’All: Zijn er vaste onderdelen die elke Vrije Ruimte terugkomen, zoals een opwarming?
DS: Ja, de opwarming doen de leerlingen altijd zelf per twee. Dat wordt tijdens de eerste Vrije Ruimte al afgesproken. Ik heb een kalender gemaakt om per Vrije Ruimte, per datum, twee namen op te schrijven. Ze mogen zelf kiezen met wie ze samenwerken en dan bereiden ze die opwarming voor. Ze krijgen van mij een papier met tips voor een goede opwarming. Daar staat wat er zeker moet inzitten en het aantal herhalingen, bijvoorbeeld ‘Buikspieren, minimum 50’ en ze mogen dat opsplitsen in bijvoorbeeld 3 reeksen van 20 of 2 van 25. Ze vinden het wel leuk dat ze dat zelf mogen doen en ik doe bijna altijd mee, dan ben ik ook even een leerling in plaats van de leerkracht.
Mevr De Saedeleer
Y’All: Mogen de leerlingen zelf met ideeën komen, of hebt u de balansen al op voorhand bepaald?
DS: Tijdens de eerste sessie in september krijgen ze twee à drie blaadjes met de theorie van de balansen zodat ze weten aan welke principes ze moeten denken, wat ze moeten toepassen voor een goede balans en een goede lift. Er staat ook een opdracht bij en dan moeten ze een aantal balansen opzoeken, liefst op het internet. Op die papieren staan een paar zoektips zodat ze zeker op het goede spoor zitten. Als je op Youtube een goed filmpje vindt, moet je gewoon verder aanklikken en dan kom je er wel. Het internet staat gewoon vól met balansen, ze vinden eigenlijk meteen gigantisch veel. De sessie nadien moeten ze dat indienen. Ik schrijf daar wat commentaar bij of ik kruis aan wat ze zeker moeten proberen. Daarna is het gewoon uitproberen wat wel of niet lukt.
Y’All: Mogen ze dan zelf ook zomaar iets bedenken?
DS: Ja zeker, dat is de bedoeling! Als er bijvoorbeeld een balans is waar ze van zeggen :”Dat gaat niet lukken”, dan moeten ze zelf zien hoe ze die kunnen aanpassen bij de houding van één of meerdere partners zodat het wel haalbaar wordt. Zo leren ze ook dat een foto maar één idee is en dat ze van daaruit verder kunnen werken. Sommige duo’s kunnen zo iets moois doen, dat ik hen de raad geef om die balans nog wat te ‘upgraden’, een beetje moeilijker te maken. Daar zijn ze wel vrij snel mee weg en dat vinden ze wel echt leuk.
Y’All: Voor de balansen moeten ze dus vaak per twee werken, dan is het vast wel nodig dat je van elkaar weet wat je wel en niet kan doen, dat je elkaar goed genoeg kent.
DS: In het begin is het altijd een beetje zoeken, aftasten, als je gaat beslissen met wie je zal samenwerken. Het moet niet alleen klikken met elkaar, het moet fysiek mogelijk zijn natuurlijk. Ik kijk altijd een beetje naar de gestalte en zo’n zaken, maar in het begin laat ik hen zelf kiezen en uitproberen. Er zijn leerlingen die steeds met dezelfde partners willen werken. Anderen willen balans één met die persoon doen, balans twee met een andere ,… Dat was dit jaar nogal verspreid dus ik heb moeten zoeken hoe ik groepjes zou maken. Ik hebben al toonmomenten gedaan met groepjes van twee, nu waren het groepjes van vier en één van drie zodat ze binnen hun groep konden verschuiven en zo kwam het eigenlijk beter uit.
Y’All: Zijn er veel verschillende toonmomenten om naartoe te werken per jaar?
DS: Nee, er zijn eigenlijk maar twee grote pieken: het eerste toonmoment was op 19 november, de laatste sessie van het trimester en nu is het werken naar de proclamatie van de zesdes. Dat is hun grootste toonmoment van het schooljaar en dan hoop ik dan ze het op 30 juni nog eens willen tonen op de proclamatie van de lagere jaren. Ze moeten dat dus normaal twee keer opvoeren maar als er mensen zijn die dat niet willen, dan gaat het niet door, wat altijd wel jammer is. De huidige vijfdes kunnen dan niet zien wat die balansen eigenlijk doen. De groep vindt het meestal wel fijn dat ze het meerdere keren mogen opvoeren, anders zou dat alleen op de avond van de proclamatie zijn.
Y’All: Het toonmoment is dus eigenlijk een soort beloning voor al hun harde werken?
DS: Absoluut, het eerste toonmoment gaan we proberen versmelten in één nummer dat dan hun eindnummer wordt. Daar komt natuurlijk heel veel bij kijken. Timing bijvoorbeeld is heel belangrijk. We moeten steeds proberen op de muziek te werken en ook eerst al afspreken welke muziek we gebruiken. Dan is het puzzelen, puzzelen, en blijven puzzelen tot alles heel vlot verloopt.
Y’All: Dan nu nog een laatste vraag: vindt u het leuk om de Vrije Ruimte Balansen te begeleiden, of zou u liever wat zaken veranderen?
DS: Ik zou liever élke week twee lesuren hebben! (lacht) Leuk is eigenlijk te zacht uitgedrukt, ik vind het ongelofelijk tof! Da’s eigenlijk wat ik het liefste doe hier op school, mijn favoriete opdracht is het begeleiden van de Vrije Ruimte Balansen. Vooral omdat dat dan steeds werken is naar dat toonmoment op het einde van het jaar en je mag daar dan alles bij betrekken, zoals kostuums, decor belichting, speciale effecten, om alles echt tot in de puntjes af te werken. Dan zijn de leerlingen zo trots als ze alles kunnen tonen aan hun jaargenoten en de rest van de mensen die er bij zijn. Dat is hun moment, maar ook een beetje mijn moment. Ik vind het superleuk!
Y’All: Bedankt voor het interview en nog veel plezier met het begeleiden van de Vrije Ruimte!
Een impressie van VR Balansen van enkele jaren geleden:
Hong Kong is niet bij de deur, dat staat vast, maar toch liepen er deze zomervakantie een horde SVI’ers met hun vrienden rond. De ropeskippers van Moving Baasrode mochten naar het WK dat daar plaatsvond en zijn er van 25 juli tot 6 augustus gebleven. Ze waren er om te trainen en om deel te nemen aan de wedstrijd, maar ook om de stad te bezoeken. Y’All kon Lisa Mettepenningen (3GRIE), Chiara Mortier (3WET2), Klaas Mertens (2GRLA) en Lisa Tieleman (2MODa),een aantal enthousiaste springers, interviewen.
Y’All: Hoe zijn jullie op het idee gekomen om te gaan ropeskippen?
Moving Baasrode: Om verschillende redenen, maar velen zijn gekomen door aanbeveling van vrienden of door flyers in de brievenbus en posters. Eens je begint, zie je dat ropeskippen niet alleen het klassieke ‘touwtjespringen’ is. Er zijn verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld ‘dubble dutch’, namelijk met meerdere mensen of alleen in twee lange touwen springen.
Y’All: Iedereen kan allicht wel wat springen in een touw, maar wat moesten jullie dan doen tijdens de wedstrijd?
MB: De teams moesten proberen twee jury’s te overtuigen met een soort optreden op muziek. De juryleden waren verdeeld over de verschillende categorieën. Ze keken dan per twee naar aparte onderdelen. Sommigen keken of iedereen in het ritme sprong, of er fouten waren bij overgangen of grotere trucjes zoals ‘dubble dutch’. Zij gaven dan punten en natuurlijk krijg je minder punten bij fouten, maar ook als je veel makkelijke sprongen doet. Coole stunts zorgen dus voor meer punten, maar dan is het risico op fouten wel weer groter. Uiteindelijk krijgt ieder team een score op 1000.
Y’All: Wat hebben jullie allemaal gedaan voor de wedstrijd?
MB: Veel gewerkt natuurlijk! We hebben eerst een jaar geoefend in Baasrode, selectiewedstrijden gedaan en dan was er nog een hele dag training in Hong Kong vlak voor de wedstrijd. Alles moest af zijn voor de performance, want wat fout ging, zorgde voor minpunten. We konden Hong Kong ook niet verlaten zonder wat van de stad gezien te hebben, dus maakten we drie uitstappen met onze groepen. We bleven ook om te kijken naar de wedstrijden van de anderen, want niet iedereen van Moving is even oud of moest op dezelfde dag springen.
Y’All: Heeft al dat werk dan geleid naar een goed resultaat?
MB: Alle leden van Moving zijn in de top tien geëindigd. We kunnen trots zijn op onze prestatie!
Y’All: Zeker en vast! Proficiat en nog veel plezier met het springen!
Meer info? Check de website van Moving Baasrode!
Zelf een idee voor een leerling in de kijker? Laat het ons weten op yallstvin@gmail.com !
Het is waarschijnlijk de droom van elke student: de eerste week van het nieuwe schooljaar niet op die suffe banken moeten zitten. Voor de zestienjarige Alec Boutmans uit 6 WEWIA werd die droom werkelijkheid. Van 3 tot 6 september was Alec te vinden in Madrid, Spanje, met zijn nationale team The Mighty Devils. Ze namen deel aan de kwalificatierondes van het WK floorball in Zweden, dat plaatsvindt in december dit jaar. Wat houdt floorball eigenlijk in, en wat maakt het zo leuk? Y’all zocht het voor jullie uit.
Y’All : Hoe ben je met die sport in contact gekomen?
Alec : Ik heb de sport leren kennen door mijn tennistrainer, hij was ook floorballcoach bij Aalst. Ondertussen speel ik al 11 jaar floorball waarvan 2,5 jaar voor de nationale ploeg van de negentienjarigen, ‘The Mighty Devils’.
Y’All : Wat houdt floorball nu precies in?
Alec : Het is een sport die lijkt op zaalhockey. Je speelt het met sticks (net zoals bij hockey) maar met een hard, plastic balletje met gaten, niet met een puck. Sommigen onder jullie zullen wel al eens een wedstrijdje floorball gespeeld hebben in de LO-les.
Y’All : Hoe is je week in Madrid verlopen?
Alec : Op de kwalificaties zijn we goed gestart, we wonnen met 10-1 van Engeland. De tweede wedstrijd verloren we jammer genoeg van Estland, de favoriet, met 4-8. Ook al wonnen we niet, we hadden toch een erg goede wedstrijd gespeeld. Onze derde wedstrijd was tegen thuisland Spanje, waarvan we verloren met 5-9. De laatste wedstrijd sloegen we terug tegen Oekraïne en dus konden we eindigen met een overwinning.
Voor deze kwalificaties hebben we 2 jaar van voorbereiding achter de rug met veel internationale oefenmatchen tegen bijvoorbeeld Nederland, Spanje,…
Enkel het land dat op de eerste plaats eindigt mag door naar het WK, in dit geval was dat Estland. Hoe dan ook zijn we erg tevreden met het resultaat! Nu kan ik misschien bij het nationale herenteam spelen. Ik heb al een weekend meegetraind, maar ik weet nog niet zeker of ik mag blijven.
Y’All : Wat maakt van floorball een speciale sport voor jou?
Alec : Ik speel echt heel graag floorball want het is een snel en intensief spel, maar vooral omdat het een teamsport is. Misschien is het een iets minder bekende sport, maar als er iemand geïnteresseerd is, kan je het me gerust vragen! (lacht)
Y’All : Proficiat met jullie prestatie en nog veel floorball-plezier!
Heb je zelf een idee voor een leerling in de kijker? Laat het ons weten via yallstvin@gmail.com!